Als je een landschap was waar ik doorheen kon loopen,
If you were a landscape through which I could walk,
stil staan en kijken met mijn oogen open
stand quietly and look with my eyes wide open
en languit op de hardegrond gaan liggen,
and stretch long out on the hard ground,
er mijn gezicht op drukken en niets zeggen.
and press my face up against and say nothing.
Maar 't meeste lijk op de groote lucht erboven,,
But most of all it's like the arch of sky above
waar ruimte is voor buiten licht en donkre wolken
where there's space for outdoor light and dark clouds
en op de vrije wind daartusschen,
and for the free wind in between
die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen
that whirls in my hair and covers my face
bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.
with kisses, without asking, without promising.